Niemand kan de grootsheid en smarten van het wielrennen beter onder woorden brengen dan Hugo Camps. In zijn wielerportretten toont hij de helden en antihelden uit het peloton. De Tour en zijn winnaars, de keizers van de eendagskoersen, nieuwe goden als Philippe Gilbert en gevallen engelen als Alberto Contador of Lance Armstrong.Want ook de duistere kanten van de koers worden door Camps belicht: de doping, het gekonkel in het peloton, de hypocrisie. Een rode draad in de wielerverhalen van Hugo Camps is de staat van verdenking die al jarenlang het wielrennen bevuilt. Daartegenover staat de lyriek waarmee hij de grootste momenten beschrijft, het spuug, de zadelpijn, de rituele zoenen van de bloemenmeisjes. En tussen de lijnen leest u de milde heimwee naar een ongeschonden sport, zuivere epiek, heroïsche ontsnappingen.
Hugo Camps (1943) is journalist, columnist en schrijver. Na een carrière als oorlogsverslaggever schreef hij vanaf de jaren tachtig in Elsevier, De Morgen en NRC Handelsblad.
Verschijningsdatum: 02/2013