Op 29 juni 1919, een dag na de ondertekening van het Verdrag van Versailles, verschijnen zeventig wielrenners bij de start van de dertiende Tour de France. Ze doorkruisen een vernietigd naoorlogs landschap, getekend door de recente oorlog. De meesten komen rechtstreeks van het front, waar ze landgenoten hebben zien lijden en sterven. Hun uithoudingsvermogen wordt nu nogmaals op de proef gesteld: in een slopende wedstrijd van dertig dagen worden ze voortdurend geconfronteerd met de herinneringen aan de Eerste Wereldoorlog.
Sprintend door niemandsland vertelt een verbluffend, waargebeurd verhaal over een editie van de Tour die de boeken in zou gaan als de zwaarste race ooit. Maar het is ook het verhaal van de wederopstanding van een verscheurd en gedesillusioneerd land. Dobkin schetst een indringend portret van de bijzondere groep renners die het naoorlogse Frankrijk weer samenbracht en na jaren van tragedie weer een gevoel van nationale eenheid gaf. De fysieke maar ook mentale strijd die zij leverden en de hernieuwde saamhorigheid onder de Franse bevolking maakten van deze Ronde van Frankrijk niet alleen een historisch moment in de wielergeschiedenis, maar ook in de geschiedenis van Europa in de twintigste eeuw.
Adin Dobkin is schrijver en journalist voor onder andere The New York Times Magazine, The Atlantic, The Paris Review en The Los Angeles Review of Books. Sprintend door niemandsland is zijn eerste boek.