Veel atleten hebben een verwijzing op het lichaam naar hun Olympische droom. De meeste nadat ze hebben deelgenomen aan een Olympische Spelen. De ene heeft de Olympische ringen bescheiden op hun enkel of arm, anderen hebben een opzichtige tattoo van de ringen op de rug, verscholen achter een sporthemdje. De Amerikaanse turnster Simone Biles is misschien wel de bekendste sporter. Haar bescheiden ringen op haar onderarm konden overigens niet voorkomen dat ze door psychische problemen een aantal turnonderdelen miste. Ook de Amerikaanse zwemmer Caeleb Dressel en vijfvoudig Olympisch kampioen is bij de tattooshop langs geweest. Zelfs onze eigen Epke Zonderland – wie had dat gedacht? – draagt de ringen altijd bij zich. Maar ook alle hockeydames lieten na het goud in Londen (2012) een Olympische tattoo zetten.
Vier jaar lang leven de Olympiërs als monniken en weerstaan zij de geneugten van het leven om hun droom waar te maken. Alles moet wijken voor hun Olympische droom. Met veel respect kijk ik dan ook naar alle sporten, maar met name naar de moeder der sporten, atletiek. Alle middellange afstands nummers zijn geweldig om te zien, maar de zevenkamp benadert de oude Griekse Spelen het meest. Gelukkig voor de dames en heren niet meer in hun nakie. De meerkamp atleten en atletes zijn de ultieme sporters. De perfecte mix van snelheid en kracht. Hoogspringen, 800m, kogelstoten, wc-potten gooien niets is hun te gek. Anouk Vetter pakte verrassend zilver en Oosterwegel – wie? – brons. Vetter zat net als Tom Dumoulin in een wak, maar heeft door zelfanalyse het plezier in de sport teruggevonden. Het goud ging overigens voor de tweede achtereenvolgende keer naar onze zuiderbuur Thiam. Maar ook atlete Sifan Hassan en baanwielrenner Lavreysen maakte furore in Tokio. Ieder behaalde twee gouden en één bronzen medaille. Tijd voor een levensgrote tattoo..
Ab+