Het weekendje Ronde van Vlaanderen vorig jaar smaakte naar meer. Dit jaar maakten we onze opwachting in de Hel van het Noorden, de kasseienklassieker Parijs-Roubaix. De Belgische stad Doornik – voor de Fransozen onder ons, Tournai – heette ons met veel vlagvertoon van harte welkom. We hadden geleerd – we leren ook op onze leeftijd nog iedere dag – van vorig jaar en een iets groter huis geboekt in het wielergekke Vlaanderen.
Op vrijdagochtend hadden we de Tesla’s ‘volgeladen’ inclusief onze gesoigneerde fietsjes. Het derde monument van het wielerseizoen eindigt, na ontelbare genadeloze kasseistroken, op een eeuwenoude betonbak, de iconische Velodrome in Roubaix. Dat wilden Witte en ik ook weleens aan den lijve ondervinden. Wat begon als een verkenning van de kasseistroken in Parijs – Roubaix en het Velodrome eindigde in een dwaaltocht. Na een grondige inspectie van kasseistrook Camphin-en-Pévèle**** – monsterlijk, ook na 200 meter – raakten we verdwaald in de omgeving van Doornik. Onze telefoons met de broodnodige navigatie waren leeg, maar ook ons richtingsgevoel liet ons jammerlijk in de steek. Uitgepierd vonden we ten einde raad de enige likeable kroeg in Doornik. Onder het genot van een Jupiler 0.0 en pompende Techno-beats lieten we onze telefoons opladen. Het huisje bleek doodleuk om de hoek te liggen…
De dag daarop stond in het teken van de verkenning van de eerdere verkenning. Waar gaan we zondag Mathieu naar de overwinning schreeuwen? En natuurlijk werd ook de dameskoers verreden. Na veel geschreeuw tegen de Tesla navigatie en tegen elkaar kwamen we dicht bij wat kasseistroken. Welke dat zou zijn was een verrassing. Maar niets en niemand kon ons tegenhouden. Ook de gendarmerie niet. De Fransen sloten alles in de wijde omgeving van de koers hermetisch af met honderden gendarmes. Van de gendarmerie in Baisieux mochten we op een kruising echt niet te voet verder terwijl 10 meter verderop tientallen mensen liepen. Kafka is er niks bij..over een door willekeur gekenmerkt politiekorps gesproken. We omzeilden handig het Louis de Funès-korps door beleefd merci te knikken en om te lopen. De kasseistrook – Gruson** – achterin in het dorp was overigens pittig maar niet zo killing als de genadeloze Carrefour de l’Arbre * kasseistrook.
We zagen de dames over de kasseien van Gruson stuiteren, hoewel veel rijdsters de monsterlijke kasseien probeerden te vermijden door in de gootjes met plassen te rijden. We schreeuwden Marianne Vos nog naar voren maar ze kwam tekort. De Canadese nobody Jackson, uit de vroege vlucht, won verrassend. We besloten, na het confisqueren van drie aubergine- kleurige bidons van het dames Liv team, zondag onze liefde voor de koers te bevestigen op Carrefour de l’Arbre. Deze lag een klein stukje verderop dus dat moest lukken. Bun en meesterknecht Timo waren inmiddels ook in koers.
Op zondag hadden onze wielerhelden er al vroeg zin in. Wij ook, zeker op zo’n zonnige Paaszondag na een uitgebreid paasontbijt met een klein dozijn Eclairs achter de kiezen. Voor de koers reden we nog een rondje. Bun had zich voor de gelegenheid met veel pijn en moeite in zijn Rabobank-shirt uit 1992 gehesen. Hij stond al vrij snel geparkeerd maar haalde de eindstreep op karakter met hier en daar een duwtje.
Na het wielertochtje reden we met de auto richting parcours, parkeerde de auto en hengelden onze fietsjes eruit. Ook Dien kroop op de fiets. De tienduizenden uitgedoste wielerfans zorgden voor een geweldige festivalsfeer langs de kasseistrook Carrefour de l’Arbre* die er verschrikkelijk bij lag.
Op een groot tv-scherm zagen we de wielerhelden met een snelheid van 50 kilometer per uur het Bos van Wallers-Arenberg in denderen. Met gevaar voor eigen leven was het met 160 renners dringen geblazen. Van Baarle overleefde het Bos helaas niet. Daarna nam de ploeg van Mathieu van der Poel, Alpecin-Deceuninck, de koers in handen. Mathieu had er duidelijk zin in en de benen waren goed. In de laatste 50 kilometer smeet hij met zijn krachten, raasde hij als een bezetene door de kasseien bochten en vloog hij over de kneiterharde kasseien om de concurrentie onder druk te zetten. Maar tot l’Arbre bleven de concurrenten – van Aert, Ganna, Mathieu, Küng, Philipsen, Pedersen en Degenkolb bij elkaar. Echter op kasseistrook Carrefour de l’Arbre countert MVDP een aanval van van Aert na een val van Degenkolb en keek niet meer om. Kort daarna reed zijn eeuwige rivaal lek. Hij moest voor onze neus met nog 16 kilometer voor de wielen onze wielerheld Mathieu laten gaan. Diepe emoties maakten zich meester van ons. De adrenaline gierde door ons lichaam. De tranen stonden in mijn ogen. Nog nooit heb ik de altijd gecontroleerde Witte uit zijn plaat zien gaan in het veld naast de iconische kasseistrook. Beetje beangstigend zelfs. Solo reed MVDP het Velodrome binnen na zijn zoveelste kunststukje en won Parijs – Roubaix voor de eerste keer. De hel werd de hemel. Wat een dag, wat een koers, wat een winnaar, wat een vrienden, wat een topweekend.
Op Paasmaandag was de verjaardag van Dien de kers op de taart. Dien houdt van jarig te zijn, dat zagen we meteen… In het wiel van meesterknecht Timo daarna konden we in alle rust nagenieten van een onvergetelijk weekend.
Ab+